Decanen en ik: gezamenlijk doel, verschillende aanpak

De persoonlijke studiekeuzecoaching die ik bied, is meestal een aanvulling op de veelal klassikaal georganiseerde oriëntatie op school. De decanen en ik hebben echter het zelfde doel: leerlingen begeleiden naar de keuze van een studie of opleiding waar ze gelukkig van worden en die een goede basis voor hun toekomst vormt. In deze nieuwsbrief laat ik daarom graag twee decanen aan het woord over de gezamenlijke uitdagingen.

Frank Beuger is decaan bij de beroepsgerichte afdeling Zorg & Welzijn van vmbo De Spindel (Scholengroep Carmel Hengelo). Daarnaast is hij docent Levensbeschouwing en Maatschappijleer en begeleidt hij als teaching leader collega-docenten bij hun loopbaan. Marnix de Groote is decaan vwo bij OSG West-Friesland (Atlas College Hoorn) voor klas 3 t/m 6. Ook geeft hij Geschiedenis en Maatschappijwetenschappen en is hij afdelingsleider van het vwo, voor klas 2 t/m 4.

Q: Wat maakt het vak van decaan voor u zo interessant?

A Frank: “Ik vind het mooi om leerlingen te laten nadenken over wie ze zijn en wat ze goed kunnen. Op die manier help ik ze om de regie te voeren over hun eigen studiekeuze.”

A Marnix: “Ik vind het mooi om leerlingen te laten nadenken over wie ze zijn en wat ze goed kunnen. Op die manier help ik ze om de regie te voeren over hun eigen studiekeuze.”

Q: Hoe ziet uw begeleiding er in grote lijnen uit?

A Frank: “In de eerste, tweede en derde klas krijgen leerlingen gedurende het hele schooljaar twee uur begeleiding per week. Profiel- en studiekeuze is dus een zeer geïntegreerd onderdeel in ons programma.”

A Marnix: “Wij hebben geen speciale begeleidingslessen, bij ons gebeurt dat tijdens de mentorlessen. We werken daarbij met een programma dat bestaat uit een database met heel veel informatie. Daar gaan de leerlingen zelf mee aan de gang via een stappenplan. We horen echter vaak van ze dat ze dit te vaag vinden en dat de keuze die eruit rolt niet altijd aansluit bij hun wens en gevoel. Het werken met het programma wordt aangevuld met extra opdrachten, zoals het bezoeken voorlichtingsmiddagen, open dagen, et cetera.”

Q: Wat ziet u als uw grootste uitdaging als decaan?

A Frank: “Het meekrijgen van de mentoren in het hele proces. Zij zijn gewend om achterover te leunen, want ‘de decaan bedenkt wel wat’. Maar als decaan kun je het niet alleen: mentoren hebben een belangrijke rol in dit geheel.”

A Marnix: “Ik vind het een leuke uitdaging om er naar tevredenheid uit te komen met leerlingen die tot twee weken voor de deadline nog steeds geen idee hebben wat ze willen. Het is mooi om te zien dat ze uiteindelijk met iets komen dat jouw gedachte bevestigt. Maar soms kunnen ze je verrassen en willen ze heel iets anders dan je zelf had bedacht. Maar als je dan hun motivatie hoort, denk je: ‘Ja inderdaad, dit past!”

Q: Hoeveel leerlingen weten zelf al welke keuze ze willen maken?

A Frank: “Landelijk gezien is dat ongeveer een derde, maar dat verschilt enorm per niveau. Bij het vmbo hebben leerlingen op het basisniveau minder keuzemogelijkheden voor het mbo dan het niveau kaderberoeps. Die zijn er dan ook sneller uit.”

A Marnix: “Ik ken geen cijfers, maar merk duidelijk een verschil tussen havo en vwo: vwo-leerlingen zijn er eerder uit. Ik schat dat zo’n 60 tot 70% aan het begin van de zesde klas wel weet wat hij wil.”

Q: Hoeveel leerlingen haken er in het eerste jaar af of wisselen van studie? En hoe komt dat, denkt u?

A Frank: “Ook ongeveer een derde. Dat is al jaren zo. Zelf vind ik dit percentage te hoog. Ik denk dat dit vooral te maken heeft met verkeerde verwachtingen die bij leerlingen gewekt worden tijdens de open dagen van de ROC’s. Àls ze daar al heen gaan, want helaas gaan niet alle vmbo-leerlingen daarheen. Ze denken soms te licht over hun studiekeuze en stellen het moment van kiezen heel lang uit.”

A Marnix: “Ik vind dat je het beste je hart kunt volgen bij het kiezen van een studie. Jammer genoeg hebben veel leerlingen een vaste mindset over wat ze moeten gaan doen. In veel gevallen spelen de ouders daarbij een belangrijke rol. Ook opvattingen van vrienden zijn vaak bepalend, zoals ‘met economie kun je later veel geld verdienen’. Terwijl je als decaan en docent ziet dat iemand juist warm loopt voor bijvoorbeeld geschiedenis. Die persoon komt zich dan vaak in zo’n eerste jaar tegen.”

Q: Hoe staat u tegenover de individuele studiekeuzebegeleiding zoals Paulien die aanbiedt?

A Frank: “Ik denk dat die voor havisten en vwo’ers relevanter kan zijn dan voor vmbo’ers. Het gewicht van hun keuze is naar mijn gevoel belangrijker.”

A Marnix: “Ik ervaar bij de eindgesprekken: hoe persoonlijker de begeleiding, des te prettiger leerlingen dat vinden. Individuele gesprekken in combinatie met testen et cetera spreekt ze meer aan. Dus ik kan me voorstellen dat het soms een meerwaarde heeft.”

Q: Tenslotte: welke studie heeft u zelf gevolgd?

A Frank: “Ik heb Theologie gestudeerd. Dat heeft helemaal niks te maken met wat ik nu doe! Daar ben ik overigens niet uniek in: veel mensen rollen uiteindelijk in een ander vakgebied.”

A Marnix: “Ik deed Politieke wetenschappen en Geschiedenis. Ik wilde beleidsmedewerker worden bij een politieke partij, totdat ik ontdekte hoe leuk ik lesgeven vond. Maar ik ben wel les gaan geven in een vak dat ik gestudeerd heb!”

Naar overige artikelen uit deze nieuwsbrief...